Mensen hebben verschillende soorten haar op hun lichaam. Hoofdhaar (= terminaal haar) is daar één van. Het haar dat op je hoofd groeit kan langer worden en heeft meer kleur dan haar dat bijvoorbeeld op je wangen aanwezig is (= vellushaar). Gemiddeld heeft een vrouw 100 000 tot 150 000 haren op haar hoofd en elk haar is ongeveer 0,05 mm dik. Haar is opgebouwd uit het eiwit keratine en wordt gekleurd door melanine (zwart, rood of een mengeling).
Haar groeit uit een haarzakje (follicle). Het haar zelf (de haarschacht) wordt opgebouwd uit drie delen: de medulla, de cortex en de cuticula (haarschubben).
De medulla bestaat uit zachte keratine en is voor de rest gewoon lucht. In de cortex bevindt zich de melanine die zorgt voor je haarkleur. De cortex zorgt ook voor de sterkte van je haar door ‘harde’ keratine. De buitenste laag heet de cuticula en is kleurloos. Deze laag is opgebouwd uit verschillende overlappende lagen haarschubben.
Dicht bij elk haarzakje liggen ook talgklieren. Deze scheiden talg af dat de huid en het haar soepel houdt. Teveel talg zorgt er voor dat je haar er vet uitziet.
Je kan je haar het best verzorgen door goed te eten. Gezond haar heeft veel vitamines, proteïnes en mineralen nodig. Ook stress en roken kunnen een (negatieve) invloed hebben op je haar. Door je haar na te spoelen met koud water of een zure oplossing (zoals azijn of citroensap) sluiten de haarschubben zich, daardoor ziet je haar er glanzend uit.
Gebruik geen uitdrogende producten op je haar zoals alcohol en was je haar niet te vaak. Dit alles zorgt ervoor dat je haar uitdroogt en dat je haarpunten sneller splijten. Gespleten haarpunten kan je best afknippen, ze gaan toch nooit meer ‘genezen’.
Met een voedende olie zoals kokosolie of avocado olie kan je je haar van buitenaf voeden. Laat deze olie een lange tijd (bijvoorbeeld 1 nacht) goed intrekken en was daarna grondig uit.
Bedenk wel dat de beste voeding van binnen uit komt!
(Bron)
